About Me

Naam; Eva
Leeftijd: 14
School: Marecollege
Hobby(s):Sporten, Kletsen, posten.
Mail voor Blog: Informatiewli@gmail.com

vrijdag 9 november 2012

Verhaal - deel twee.


lieve lezers,

ik heb weer een stuk of 10.000 woorden geschreven, en ben op de conclusie gekomen dat ik maar beter gewoon om de week een stukje van mijn verhaal moet plaatsen.

hier weer een nieuw stukje:


Ik loop met mijn zusje terug naar huis. Het was begonnen met regenen, dus ze zat daar nog, alleen in de kou.
‘Wat is die rode striem op je gezicht?’ vraagt ze. Ik kijk haar verward aan en stotter;
‘oh nou dat was een tak.’
‘Ohwch, deed het zeer?’ vraagt ze en legt haar hand op mijn wang. Ik schud haar hand boos weg.
‘Ja.’ Zeg ik en loop snel door.
‘Ok.’ Zeg ze kortaf. ‘Laat eens een kunsje zien!’
‘Nee Chab, het regent, dat is niet goed voor mijn vleugels.’ Chablissem is nog even stil en dan roept ze; ‘Kijk! Appelbessen!’
Ik weet dat ze me probeert op te vrolijken, en ik weet ook dat het niet lukt, maar ik ben toch wel even blij als ik die appelbessen zie. Ze zijn niet heel zeldzaam bij ons, maar het is altijd wel leuk als je ze tegenkomt.
‘Mhh lekker’ zegt ze en veegt het sap van haar gezicht dat uit de sappige bessen komt.
‘Niet te veel eten he.’ Zeg ik. ‘mam heeft nog eten klaar staan.’
Ze kijkt me aan, stopt even, maar gaat dan nog lekker verder met eten. Ik denk aan mam, waarom gaf ze me die klap. Chablissem is al bijna volgroeid, morgen teminste wel. Ik zucht en pluk nog een appelbes. Ik probeer niet aan Chablissem de laten merken dat ik ergens mee zit. Ze wilt het altijd oplossen. Maar dit is niet op te lossen… Misschien is het wel op te lossen, maar niet door haar.
‘Laten we gaan.’ zeg ik. Ze knikt en samen lopen we naar huis. Wanneer we bij huis zijn staat mijn moeder al klaar met een warme pan soep.
Wij elfen eten meestal uit een uigehakte boomstam, maar nu heeft mijn moeder een uitgeholde paprika gebruikt.
“Wat voor soep is het, mam?’ vraagt Chablissem.
‘Frambozen amandel soep.’
‘Lekker!’

Mijn moeder en ik hebben niet meer gepraat, zelfs niet bij het eten. Ze wilde wel een gesprek met me aan gaan, maar ik heb kortaf en nors gereageerd. Ze probeert er waarschijnlijk weer overheen te praten wanneer ik het goed wil maken, want zo is ze. dus ik laat het maar weer voor gezien.
‘Waarom doe je zo?’ vraag Chablissem.
‘Waarom doe ik wat?’ vraag ik. Ik weet dat ze het over mijn gedrag heeft, want ik ben meestal vrolijk en blij aan tafel.
‘Niets. Ik ben moe.’ Zeg ik en leg mijn paprika neer. ‘Ik heb geen honger meer…’
Ik loop vlieg naar mijn kamer. Nouja, een kamer kan je het niet noemen, meer een tak met een hangmat er aan. We wonen in een boom. Mijn vader heeft vroeger de binnenkant voorzien met een bad, een soort van keuken en een slaapkamer. Maar toen mijn moeder in verwachting was, werd het te klein dus zijn we maar gaan slapen op de takken. Ik heb mijn eigen mooie stekkie. Mijn zusje slaapt onder mij, maar ze kan niet in mijn kamer komen want je kan er alleen heen vliegen. Dit heb ik expres gedaan, want vroeger was het nogal vervelend als een klein elfje om de tien minuten naar je toe kwam en zei; wil je spelen? Gelukkig heeft ze Cameron ontmoet, hij kwam twintig jaar geleden bij ons in het dorpje wonen. Hij heeft wel humor, al zeg ik het zelf. Hij is nog wel kinderlijk. Daarom passen mijn zusje je hij zo goed bij elkaar. Niet dat ze elkaar leuk vinden of zo. Maar gewoon. Als vrienden.
‘Maienne, wil je naar beneden komen?’ vraagt mijn moeder. Ik negeer haar. Ik heb geen zin in haar gezelschap. Tien minuten laten hoor ik haar weer.
‘Maienne, kom nu naar beneden.’ Ik blijf haar negeren. Ze mag me komen halen als ze wilt.
‘MAIENNE KOM NU NAAR BENEDEN.’ Schreeuwt ze. ik ga toch maar even kijken, gewoon, voor het geval dat.
Ik steek mijn hoofd om het hoekje.
‘Hallo’ zeg ik. Meteen draait het hoofd van mijn zusje en moeder mijn kant op.
‘Als ik je roep…’ begint mijn moeder meteen.
‘Ja ik weet het….’ Zeg ik. ‘Dan moet ik komen…’
‘Oke,’ zegt ze. ‘Ik wil het even over morgen hebben. Wie hebben jullie allemaal al uitgenodigd, wie nog niet, wat voor eten willen jullie, en de taart, hebben jullie die al? Willen jullie de boom gaan versieren, en wanneer?’
‘Mam, even rustig.’ Zeg ik en zucht. Ze is zo opdringerig. ik zucht diep en vertel dan alles was ik weet. ‘We moeten nog een aantal mensen uitnodigen, maar dat doe ik vanavond wel. Het eten dat mag jij beslissen en de taart wordt morgen gebracht. Over een uurtje komt Cameron om de boom te versieren. Nog vragen?’
‘Nou zeg,’ ik zie dat mijn moeder me een beetje arrogant vind. Maar dat is haar eigen schuld. Ze had me maar niet moeten slaan. ‘Nee, gen vragen… Oh ja Chablissem, kan je even naar de bakker gaan om nog wat brood te halen?’ vraagt ze. Chablissem knikt.
‘Kan ze dat niet beter morgen doen?’
‘Nee, dat kan niet…’
‘En waarom niet?’ vraag ik en doe mijn haar achter mij oren.
‘Oké ga morgen maar…’ zegt ze en vouwt haar handen over elkaar.
‘ik vond het helemaal niet zo erg om te gaan.’ 




xxx Eva

vrijdag 2 november 2012

NaNoWriMo

Lieve Lezers.

Ik ben echt heel erg slecht in het bijhouden van mijn blog, zo te zien. Dit spijt me heel, heel erg. Ik ben deze maand november bezig met een schrijf challenge, de NaNoWriMo. Dit staat voor Nano Novel Writing Month. Je moet in de maand november elke dag 1,666 woorden schrijven. En dan geen willekeurige woorden, maar echt een verhaal. Als je dit een maand vol houd, dan heb je aan het einde van de maand 50.000 woorden, en heb je de challenge gehaald! Hier doe ik dus aan mee. Ik heb er ook al vorig jaar aan mee gedaan, en nu ook dit jaar. Vorig jaar heb ik het gehaald, en ik hoop echt heel erg dat ik het dit jaar ook haal. 
Maar waar is dus aan zat te denken, ik kan elke dag posten wat ik geschreven heb. Dan kunnen jullie volgen wat ik heb geschreven, wat jullie misschien wel aan staat! Ik post misschien elke dag, of elke week, of om de dag, enz een stukje, van soms meer en soms minder woorden. 

Here We Gooo :D

Ik ben Maienne, een boself die leeft op Incora, een eiland op de planeet Fatior. Ik woon in een gezin met mijn moeder en mijn zusje, Chablissem. Meestal noem ik haar gewoon kleintje of Chab. We hebben het heel moeilijk gehad de decennium  Het elixer van mijn vader was opgebruikt en hij is gestorven. Mijn moeder en ik waren er kapot van. Maar mijn zusje was nog te jong om het te begrijpen dat hij nooit meer terug zou komen…
Wij boselfen worden wel meer dan 500 jaar oud. Ik ben nu 158. Mijn zusje is nu 99. Wanneer een elf 100 wordt dan krijgt ze hun volgroeide vleugels. Mijn vleugels zijn op het moment paars. Maar ze veranderen heel erg vaak van kleur. Ze zijn al een keer rood en blauw geweest. Mijn zusje is morgen jarig. De elfen maken daar een heel groot feest van, want het is een bijzondere dag als je 100 wordt en je vleugels vlieg klaar zijn! Mijn zusje heeft vaak naar mij gekeken, smachtend op het moment dat ze kon vliegen. En nu is het zover. Haar verjaardag.

Ik zucht en pluk een Dielle. Ik draai hem rond tussen mijn duim en wijsvinger en gooi hem dan weer op de grond.
Mijn ik vind het mooi om te zien hoe mijn zusje verstandiger, sterker en wijzer wordt. Ze was altijd het kleine zusje van me, maar nu is ze echt een zus. Al blijft ze altijd wel mijn kleine zusje… we moeten nog zoveel regelen voor haar 100ste verjaardag, dat ik het af en toe niet meer zie zitten. Gelukkig krijg ik wel hulp.
De zon schijnt door de bladeren met kleine zachte stralen op mijn gezicht. Dit is altijd het teken dat ik moet opstaan. Maar meestal ben ik al wakker dus maak ik Chablissem maar wakker…
Ik loop naar de hangmat van mijn zusje en schud haar zachtjes heen en weer.
‘Chablissem, psst’ probeer ik voorzichtig. ‘Chab, word eens wakker!’
‘Hmmm wat?’ zeg ze met een slaperige stem.
‘We moeten ons klaar maken voor morgen.’ Sis ik en trek haar uit haar hangmat.
‘Wat… wat is er morgen?’
‘Doe niet dom, je verjaardag.’
‘OJA’ roept ze. Zo te zien is je meteen wakker. Ze probeert omhoog te springen en met haar vleugels te fladderen, maar het lukt haar niet. Nog niet…
‘Toe nou Chab, spoel je gezicht en we kunnen vertrekken.’
‘En ontbijt dan’ vraagt ze.
‘We plukken onderweg wel wat…’ zucht ik en trek haar mee.
Wanneer we even onderweg zijn, zij lopend en ik vliegend, komen we Camareon tegen. Camareon is een jongen die samen met mijn zusje vaak lol trapt. Maar meestal is die lol ZEER vervelend, want ze irriteren heel veel andere elfen. Ik schaam me soms echt heel erg voor haar. Op een dag gooide ze flufs (een soort egels maar dan met veren) naar voorbijgangers. Maar als flufs lastig gevallen worden dan zijn ze niet echt heel vriendelijk. Dus er werd een oude boself in zijn neus gebeten… natuurlijk moest ik de verantwoordelijkheid weer op me nemen, want het waren mijn flufs…
‘Heeee Cam!’ roep Chablissem en ze stormt meteen op hem af.
‘Wat gaan we doen?!’ roept hij meteen. Ik kan de opwinding in zijn ogen zien.
‘Niets.’ Onderbreek ik hem. ‘ we moeten nog een hele hoop regelen voor morgen. Je mag wel komen morgen.
‘Wat is er morgen?’ vraagt hij en trekt aan Chablissems haar.
‘Mijn verjaardag, oen’ zegt ze en duwt hem naar achter. Ze lacht naar hem en sprint dan weg.
‘Ik kom morgen’ zegt hij.
‘Oke is goed.’ zeg ik en hijs hem overeind. ‘Ik moet nu echt gaan. Je weet hoe Chablissem is.’ zeg ik en loop verder.
‘Doei!’ roept hij. Ik kijk om en zwaai nog even. Dan trek ik een printje en haal Chablissem in.
‘Dat was niet aardig van je.’ Zeg ik en trek zachtjes aan haar vlecht. Ze overdrijft heel erg en laat zich heel dramatisch naar achter vallen.
‘auw.’ Kreunt ze.
‘Gedraag je.’ Zeg ik en werp haar een boze blik toe. Ik zie een brede grijns verschijnen op haar gezicht en help haar opstaan. Ik sla een arm om haar heen en vertel:
‘Toen ik nog geen vleugels had, zoals jij, had ik een step gemaakt, zodat ik net zo snel kon zijn als een elf met vleugels.’
‘Heb je die step nog?’ vraagt ze.
‘Ik ga hem wel voor je zoeken.’ Zeg ik. ‘maar het heeft geen zin meer om hem te gebruiken, je kan morgen je vleugels gebruiken.’
Ze knikt en glimlacht.
‘Ik heb zo veel zin in morgen.’ Zingt ze. Ze draait een pirouette en zucht. ‘Waar gaan we heen?’ vraag ze.
‘We gaan naar de bakker om Appelbessentaart te kopen, alvast voor morgen.’
‘Mmmh. Ik heb honger. Heb je nog geld om een broodje te kopen voor me.’
‘Vooruit.’ Zucht ik. ‘je weet wel dat het mijn geld is.’
‘Jepperdepep’ lacht ze en ze trekt weer een sprintje. Ik heb geen zin om haar bij in te halen dus ik vlieg dit keer naar haar toe.
‘Dat is niet eerlijk.’ zegt ze boos.
‘Jij rent toch voor me weg.’ plaag ik en vlieg verder.
‘Nee wacht!’ roept ze. ‘Ik kan je niet bij houden!’
‘De bakker is om de hoek!’ roep ik en kijk achter me, waardoor ik de oude boself niet zie die onder me loopt. Ik kom met mijn voeten tegen hem aan en ik hoor hem kreunen. Ik herinner me opeens dat het de zelfde elf is die mijn zusje en Camareon hebben geplaagd  Zacht slaak ik een zucht en vlieg naar hem toe.
‘Gaat het meneer?’ vraag ik voorzichtig.
‘Wat gaat het? WAT GAAT HET?’ roept hij boos. ‘De TWEEDE keer deze week dat ik met jou aan de haal heb. VIND JE DAT NORMAAL?’
‘Sorry meneer ik zag u niet…’ verontschuldig ik.
‘Je zag me niet?! Hoe kan je mij nou niet zien?!’
‘Ik heb nu geen zin in een discussie. Het spijt me en ik zal beter oppassen voortaan.’
Ik spring op en vlieg weer verder. Ik hoor hem nog ‘de jongeren van deze tijd… ongelofelijk…’ mompelen. Dan hoor ik een harde gil en een smak. Alsof er iemand valt. Ik kijk om en zie de oude elf en Chablissem op de grond liggen. Al de boodschappen van de elf liggen op de grond, samen met Chablissem en hijzelf.
precies wanneer ik denk dat het niet erger kan, gebeurt dit…’ denk ik en vlieg maar naar Chablissem en de oude elf toe.
‘Meneer…’ zeg ik voorzichtig. ‘Gaat het?’
‘VERDWIJN!’ krijst hij. ‘VERDWIJN JULLIE ALLEBEI!’
Ik wenk Chablissem en samen rennen we weg.
‘Wat heb je in godsnaam gedaan?’ vraag ik boos. ‘ik was net tegen die man aan gevlogen, mijn excuses aangeboden, gebeurt dit!”
‘Sorry…’ zegt ze. ik zie dat ze zich schaamt. Maar dat mag ook wel. Ze was niet netjes tegen deze elf.
‘Ik zal beter opletten.’ Zegt ze. ‘Ik was aan het rennen, want ik wilde jou bij houden. Maar toen ging in de hoek om en…’
‘Ja, ja,’ onderbreek ik haar, ‘Het is al goed. Kom we gaan naar de bakker. Het is tijd voor taart…’

‘Hallo dames wat mag het zijn?’ vraagt de oude, vriendelijke elf aan de balie.
‘Ik had een appelbessentaart besteld.’ Zeg ik en wijs naar de taart in de etalage.
‘Oja dat is waar.’ zegt ze en pakt de taart. ‘Neem je hem zo mee of moet ik hem laten leveren. De taart is zwaar, maar het leveren is gratis dus als je je adres wilt geven dan komt alles goed.’ Ik knik en geef haar mijn adres.
Wanneer we de winkel uit lopen, trekt Chablissem aan mijn jurk.
‘Je zou nog broodjes kopen.’ Ik kijk haar aan en trek haar mee de winkel in.
‘Hallo dames, zijn jullie nog iets vergeten?’
‘Ja ik wil nog twee Swizerbollen.’ Ik kijk naar Chablissem, die met een brede grijns op haar gezicht naar alle taartjes in de winkel aan het staren is.
 Dankjewel.’ Zeg ik en we lopen de winkel weer uit.
‘Wil je er een?’ vraag ik.
‘Ja.’ Zegt ze smachtend.
‘Kom hem maar halen.’ Roep ik en ik vlieg drie meter omhoog.
‘Nee Mai!’ roept ze en probeert mijn benen te pakken te krijgen. ‘Doe niet zo flauw.’
‘Ze zijn lekker hoor!’ roep ik en neem een hap uit mijn bol. ‘hmmmm’ roep ik met volle mond.
‘MAIENNE KOM NU HIER.’ Krijst ze. Snel vlieg ik weer naar beneden en geef haar de bol.
‘Sorry driftkopje’ plaag ik. Ze kijkt me boos aan en stompt me op mijn schouder. ‘Jeetje, wees blij dat je een broodje hebt.’ Zucht ik en vlieg weer omhoog.
‘Waarom doe je dat dan de hele tijd.’ Zegt ze.
‘Jij doet onaardig.’ Boos kijk ik voor me uit en vlieg verder.
‘Dan blijf ik hier tot je terug komt en samen met me gaat lopen.’ Zegt Chablissem arrogant.
‘Je weet de weg!’ roep ik en vlieg verder. Na ongeveer 100 meter kijk ik om en zie ik dat ze nog steeds op de grond zit. Ze blijkt geen aandacht aan me te besteden. Dat is best wel goed gedaan, sommige zouden er in trappen. Maar ik ken haar al langer dan vandaag en vlieg gewoon door.
Wanneer ik thuis kom kijkt mijn moeder me boos aan.
‘Waar is je zusje?’
‘Ze wilde niet verder lopen.’
‘Dan laat je haar toch niet alleen?!’ Roept ze en geeft me een klap.
Ik kijk haar geschrokken aan en deins achteruit. Mijn hoofd schuddend loop, met mijn ogen op mijn moeder gericht weg.
‘Maienne, alsjeblieft…’ smeekt ze.
‘Ik haal haar wel op.’ sis ik. ‘Maar laat me alsjeblieft met rust.’


oke ik geef toe dat het best een lang stukje is.
maar lees het gewoon!



xoxo Eva